Donder en bliksem in het Rijk van Nijmegen (15, 16 en 17 augustus)
Meewind 150 – vorige zomer verreden in het snikhete Braboland – was voor herhaling vatbaar, vonden Sjerry en Jan, Martijn en Antonia en Jan en Patricia. Waar zouden we nu weer eens drie dagen gaan racen? Ik vond een spotgoedkope aanbieding: Twee nachten in een vier steren hotel bij Nijmegen, met diner op de eerste avond, twee ontbijten, fietsen gratis
op de eerste dag, overdekt zwembad en gratis parkeren voor € 158,– per paar. Margit en Jan, even clandestien in Nederland, kregen er lucht van en wilden ook wel mee. Geen probleem.
We ontmoetten elkaar op 15 augustus 2017 bij de koffie op het terras met fabelachtig uitzicht over het rivierenland van Fletcherhotel Val Monte in Berg en Dal bij Nijmegen. Val Monte is hetzelfde als Dal en Berg, dus dat schiet lekker op. Bij vertrek begon het meteen fiks te sauzen, dus gingen de laarzen aan en de zuidwesters op en pakten wij de Oude Kleefse-baan loodrecht naar beneden, langs de Duivelsberg, om kort daarna Duitsland binnen te fietsen. In de fraaiere, maar veel langere Zevenheuvelenweg hadden we met al die regen-flarden even geen zin. Bij Frasselt, onder Kranenburg, kan de regenplunje weer uit en fietsen we het fraai bebeukte Reichswald in. Even later trappen we daar ook weer uit, langs de wijngaard in Plak en dan zit je na De Horst zo in Groesbeek. De eerste vijftien kilometer zitten in de pocket, dus tijd voor salades met sap en uitzicht op een aflopende tuin bij De Wolfsberg. Je zit tegenwoordig overal onder zwarte parasols. Dat staat voor deftig.
We rijden verder de Groesbeekse bossen in, richting Bisselt en laten de Mookerhei met jachtslot lopen, om niet te veel herinnerd te hoeven worden aan de smadelijke wijze waarop de spanjool daar Lodewijk en Hendrik van Nassau in 1674 in de pan hakte. Nooit zullen wij weten of zij in een massagraf eindigden of in de moerassen bij Gennep.
Langs Molenhoek en Malden keren wij over het landgoed Heumensoord terug naar de rand van Nijmegen. Langs de Heilig Landstichting, Oriëntalis, het Afrikamuseum en hotel Erica bereiken we Val Monte weer. Met behulp van wijn werken wij het voedzame driegangen-diner weg.
De tweede dag Schitterend fietsweer. We gaan vandaag de Waal langs. Eerst door Ubbergen steil naar beneden. Dan de Waalbrug op. Ik moet denken aan de moedige Jan van Hoof die door de Duitsers aangebrachte explosieven onschadelijk maakte. Met een trap dalen we af naar de dijk langs Lent-Oost. We blijven vlak langs de Waal fietsen en laten Bemmel en Haalderen links liggen. Dan om de steenfabriek heen, een man met petunia’s, een beeld-houwer, een fabriekspijp van 58 m., ingegraven tanks tegen de Russen en verder naar Gendt voor koffie bij ‘19’. Patricia scoort wat oud-roze jurken. Binnendoor naar Doornenburg met het ‘Floris’-kasteel aan de Linge. We steken met een gierpont het Pannerdensch Kanaal over (eigenlijk de Rijn, maar dan een beetje gekanaliseerd) en bereiken door de Lobberdense Waard het voetveer over het Bijlandsch Kanaal (eigenlijk de Rijn, maar dan een beetje gekanaliseerd) voor de overvolle overtocht naar Millingen a/d Rijn, de laatste Nederlandse plaats op de zuidoever van de Boven-Rijn. Een paar kilometer oostelijker ligt Lobith waar de Rijn volgens de boekjes ons land binnenkomt. Wij eten op het terras van de Gelderse Poort. De keuken kan de drukte niet aan en dat zullen we ‘s avonds opnieuw meemaken.
Nu fietsen we door de Millingerwaard terug langs de andere kant van de Waal. We worden tegengehouden door een boswachter, omdat steeds meer land onder water wordt gezet en de kaart dus niet meer klopt. We bewaren een mooie theetuin voor een volgende Meewind, want het is er veel te druk. Langs Kekerdom en Leuth (ik kan het ook niet helpen) bereiken we de Thornsche Molen waar ze thee schenken. Daarna vanuit Beek acht honderd meter steil omhoog, de fiets aan de hand. Zwaarder wordt het niet meer.
’s Avonds eten we bij ‘Geuren en kleuren’, vlakbij ons hotel. Jan Schipper weet dat nergens in het Rijk van Nijmegen de wijnen en de spijzen beter op elkaar afgestemd zijn. We begin-nen lokaal, met een droge Groesbeekse rakker, maar echt uit zijn dak gaat onze connaisseur pas als er vanuit alle windstreken van de wereld de meest fraaie rode wijnen worden aange-rukt. Mede dankzij het zevengangen-arrangement van Patricia wordt het nog een hele zit. Terug in het hotel blijkt de bar alweer gesloten, zodat er niks af te pilsen valt.
Met de derde dag zijn we snel klaar. Deze valt in het water. En niet zo zuinig. Vol goede moed rijden we over de Kwakkenberg naar Heyendaal. Anders dan in Amsterdam waar de universiteiten gespreid zijn over vele locaties (oude stad, Roeterseiland, Science Park, Bijlmer en Buitenveldert) is alles van de Radboud Universiteit geconcenteerd op een schitterend landgoed. We zwaaien even naar Thomas van Aquino en rijden dan door de Indische buurt en langs het centrum en het Valkhof naar de Waal. Daar gaat het regenen en dat zal niet meer ophouden. Wij schuilen bij De Kaai, onder de Waalbrug. Lieve meisjes, oude rockmuziek, lekkend tentdoek, goeie koffie en maaar plenzen. De rest van het programma moet worden afgelast. We proberen zo droog mogelijk de Berg en Dalseweg op te komen en voor drieën zit iedereen weer in de auto naar Amsterdam.
Meewind 157 op 15, 16 en 17 augustus naar Berg en Dal
Deelnemers: vier paren: Jan & Margit, Jan & Sjerry, Jan & Patricia, Martijn en Tonja
Routes: Dag 1: Berg en Dal, Wyler (D.), Kranenburg (D.), Fraselt (D.), Reichswald (D.), De Horst, Groesbeek, Bisselt, Heumensoord, Heilig Landstichting (33 km).
Dag 2: Berg en Dal, Ubbergen, Nijmegen, Lent, Gendt, Doornenburg, Pannerden, Millingen a/d Rijn, Kekerdom, Leuth, Beek (39 km). Twee oversteekveren.
Dag 3: Berg en Dal, Nijmegen (Kwakkenberg, Radboud Universiteit, Indische buurt, Centrum, Berg en Dalseweg) (12 km).
Totaal: 84 km.
Comments